DRUTEN - De gemeente Druten pleit woensdag in een open brief aan de regering in Den Haag om de huidige corona maatregelen te verruimen. Het maatschappelijk draagvlak was eerder breed, maar dit lijkt nu zienderogen af te nemen, zegt het college van Burgemeester en Wethouders.
Het gemeentebestuur van Druten maakt zich in toenemende mate zorgen over de financieel-economische en maatschappelijke gevolgen van de huidige lockdown.
Mensen willen duurzaam perspectief
In de open brief, die is gericht aan minister-president Mark Rutte, doet de gemeente Druten een oproep om een duurzaam perspectief te bieden voor de komende maanden, en mogelijk ook de tijd daarna. "De winkelsluiting maakt dat winkeliers het water tot aan de lippen stijgt. Het niet kunnen sporten of een theater, bioscoop of museum kunnen bezoeken, heeft maatschappelijk vergaande gevolgen," zo staat te lezen in de brief.
Kabinet besluit vrijdag
Natuurlijk hebben we een pandemie te bestrijden, aldus het college van B&W, en zolang deze zich nog laat gelden, zullen er nog maatregelen nodig zijn om de schadelijke effecten daarvan te minimaliseren. Het college wijst er op dat ondernemers en culturele instellingen bij eerdere lockdowns hebben laten zien veel verantwoordelijkheid te hebben en daarmee op een veilige en innovatieve wijze open te kunnen. Komende vrijdag neemt het kabinet een besluit of de huidige lockdown wordt verlengd, dan wel versoepeld. Woensdag is er eerst nog een OMT-overleg, en donderdag praten alle betrokkenen weer in het Catshuis.
Druk op kabinet enorm toegenomen
De omikron-variant, die nu dominant is in ons land, zorgt weliswaar voor veel meer besmettingen, maar geeft een minder ernstig ziektebeeld. Daardoor komen er tot nu toe relatief minder patiënten terecht in het ziekenhuis en op de IC. Mede daarom is deze week vanuit de maatschappij de druk op het kabinet om te versoepelen enorm toegenomen.
Toch is het kabinet bang dat het hoge aantal besmettingen de komende weken zal leiden tot meer mensen in het ziekenhuis, maar men weet niet hoeveel. Daarbij speelt een rol dat Nederland vergeleken met buurlanden relatief over
weinig IC-bedden beschikt.